Gebreide kleding voor kinderen jonger dan één jaar is een goed alternatief, gezien de hoge prijzen van babykleding. Hierdoor besparen ouders geld en zijn de items exclusief.
Vereisten voor gebreide producten voor kinderen jonger dan één jaar
Gedurende het eerste levensjaar groeit een kind erg snel, daarom is het nodig om vrijwel elke week nieuwe kleren voor de baby te kopen. Gebreide artikelen kunnen 1-2 maten groter worden gemaakt en ze verliezen niet hun aantrekkelijkheid bij het dragen.
Maat
Het breien van kleding voor kinderen jonger dan één jaar is vooral lastig door de juiste maat te kiezen. Terwijl de kleding voor de huidige maat wordt gemaakt, zal het kind opgroeien en zullen de nieuwe kleren te klein voor hem zijn.
Als de hoogte 50 cm bedraagt (bij de geboorte), dan is het de moeite waard om er 5-10 cm aan toe te voegen, zodat het product tegen de tijd dat het klaar is, precies goed of iets groter is.
Garen
Er is tegenwoordig een enorme verscheidenheid aan garens, maar niet elk garen is geschikt voor het maken van kinderkleding, vooral niet voor pasgeboren baby's:
- Voor kinderen jonger dan één jaar is het breien van wollen garen het beste met garen van merinowol. Dit garen is zachter en warmer dan andere soorten.
- Katoengaren wordt als hypoallergeen beschouwd. Je kunt er kledingstukken mee breien voor elk seizoen.
- Acryl draad is synthetisch en heeft geen goede temperatuurregulerende eigenschappen. Maar het wordt nog steeds gebruikt voor het breien van kinderkleding. Er zijn verschillende soorten acryl. Kies bij aankoop voor de kinderlijn, omdat deze zachter is.
- Halfwol is een garen dat bestaat uit acryl draad en wol. Er zijn verschillende procentuele verhoudingen van de compositie. De voorkeur gaat uit naar strengen die 25-50% wol bevatten. Het is zacht en jeukt niet.
- Halfkatoen is een combinatie van acryl en katoendraad. Er zijn veel fabrikanten van dergelijk garen, maar voor het breien van kleding voor kinderen jonger dan één jaar kiest u het beste een samenstelling met een draadverhouding van 50x50%. Dit garen voelt prettig aan.
Patroon, breidichtheid
De breidichtheid van kinderkleding wordt niet berekend in centimeters, maar in het aantal lussen. Een lijn van 48 cm bevat 98 lussen: 96 hoofdlussen en 2 randlussen. Voor een stof van 20 x 30 cm moet u 46 steken opzetten. Ze moeten in 75 rijen gebreid worden. Om de dichtheid van de lussen in elk kledingstuk te berekenen. Je moet weten hoeveel er in 1 cm passen.2.
Het volgende aantal lussen past in 1 cm middeldik garen:
- Wol, halfwol, acryl – 1,5-2;
- Halfkatoen en katoen – 2-3.
Om het exacte aantal te weten, moet u een geschat aantal lussen opzetten en de eerste naald breien. Hierna meet u de afstand van het begin van het breien tot de 1 cm-markering. Vervolgens vermenigvuldigt u dit met het benodigde aantal centimeters en voegt u 2 lussen (rand) toe.
Patronen
Voor kinderen jonger dan één jaar is breien met eenvoudige patronen de beste optie. Ze creëren geen sterk reliëf en het kind voelt zich comfortabel in dergelijke kleding.
Geschikte patroonopties:
- "Dammen". Het patroon wordt ook wel "Vierkanten" genoemd. Het patroon wordt gebreid met averechte steken en lussen in het gezicht. Berekening voor het patroon: 52 lussen op de breinaald. 2 rand en 50 werkend. Je krijgt 10 vierkanten met elk 5 lussen. Je moet 5 averechte steken breien, dan 5 rechte steken, dan weer averechte steken breien, enzovoort tot het einde van de naald. Het werk wordt op zijn kop gezet.
Als het laatste vierkant uit rechte steken bestaat, worden deze als averechte steken gebreid, en de averechte steken worden als rechte steken gebreid. Om een vierkant te krijgen, moet je 5 rijen breien en vervolgens de groepen verplaatsen. De eerste zullen de gezichtsbehandelingen zijn. Als je meer rijen breit, krijg je een patroon van “verticale rechthoeken-ruitjes”
- "Ruit". Het patroon wordt ook in groepen gebreid. 5 rechte steken, 1 averechte steek. De volgende 2 rijen worden gebreid rekening houdend met de minderingen en meerderingen in elke groep van 2 lussen.
- "Garretsteek". Het breipatroon is heel eenvoudig. Maak een rij voorste lussen en een rij achterste lussen. Je kunt een klein patroonfragment in de vorm van een hart of ruit in het centrale gedeelte toevoegen.
- "Rubber". Het patroon is eenvoudig te breien: 2 lussen aan de voorkant, dan 2 lussen aan de achterkant. Wissel van paar tot het einde van de rij. Dit patroon wordt meestal gebruikt voor het breien van sjaals, kragen en mutsen.
Nuttige informatie! U kunt elk patroon kiezen, het belangrijkste is dat u de juiste draad kiest. Anders ervaart het kind ongemak en wrijving bij het dragen van de kleding.
Naden
In principe mogen er in kinderkleding voor baby's jonger dan één jaar geen naden zitten of de naden moeten aan de buitenkant zitten. Ze moeten zorgvuldig worden afgesloten, zodat ze niet te dik worden. Omdat een kind op deze leeftijd veel beweegt, kunnen dikke naden huidletsel veroorzaken.
Wanneer u elastiek in een mouwnaad, de onderkant van een broek of slofjes wilt steken, moet u eerst controleren of het niet in de armen en benen van het kind knelt. Bij het breien van een muts is het beter om naadloze patronen te kiezen. De naden van dergelijke producten kunnen druk uitoefenen op het hoofd, wat kan leiden tot misvorming van de schedel van de baby.
Maattabellen voor kinderkleding
Maten van truien, broeken, jurken en overalls:
| Leeftijd van het kind, maanden | Hoogte, cm |
| 0-3 | 50-56 |
| 4-6 | 62-68 |
| 7-9 | 74-80 |
| 9-12 | 86-98-104 |
Hoofddeksels worden ook onderverdeeld naar maat:
| Leeftijd van het kind, maanden | Hoofdomtrek, cm |
| 0-3 | 36-38 |
| 4-6 | 39-41 |
| 7-9 | 42-44 |
| 9-12 | Vanaf 45 |
Maten van slofjes en sokken:
| Leeftijd van het kind, maanden | Grootte, cm |
| 0-3 | 8-9 |
| 4-6 | 9-10 |
| 7-9 | 10-11 |
| 9-12 | Vanaf 11 |
Stapsgewijze beschrijving van het breien van kleding voor kinderen jonger dan één jaar met breinaalden
Iedere moeder kan breien voor kinderen jonger dan één jaar. In het artikel worden verschillende kledingmodellen beschreven voor beginners in het handwerken.
Hoofdtooi
U kunt kiezen uit 2 patroonopties, geschikt voor jongens en meisjes. Het enige wat nog rest is de keuze van de kleur voor het maken van de hoedenmodellen.
Zomeroptie
Om de hoofdtooi te maken, heb je rondbreinaalden nummer 3 nodig (ze zijn met een vislijn aan elkaar verbonden) en acryl garen. De draad moet smal of middeldik zijn. Dit patroon kan ook gebruikt worden om mutsen te maken voor het koude seizoen. Voor het breien kunt u het beste warmer garen gebruiken, zoals wol of halfwol.
Brei-algoritme:
- Je moet 80 steken opzetten.
- Het elastiek wordt gebreid volgens het 1x1 patroon (één averechte steek, één voorwaartse lus) – 5 naalden. De hoogte van het elastiek kan onafhankelijk van elkaar worden aangepast.
- De hoofdstof is gebreid met een “Parelpatroon”: volgens het elastische patroon, maar dan in een schaakbordpatroon. In elke volgende rij worden de voorste lussen vervangen door de achterste lussen, en de achterste lussen door de voorste lussen. U moet dus 41 rijen breien (de hoogte van de hoofdstof wordt individueel gemeten).
- Nu moet u het product dubbelvouwen en de zijkanten bepalen. Je moet in elke even rij 2 lussen samenbreien (voorste lussen), beginnend bij 42.
- Er zouden 12 lussen op de naalden moeten overblijven. Ze sluiten zich aan elkaar vast. Om dit te doen, moet je een draad door de ogen halen, deze strak trekken en vastzetten met een dubbele knoop. De uiteinden van de draad zitten verborgen in de hoed.
Winterversie
Voor het breien heb je rondbreinaalden nummer 2 nodig en garen (wol of halfwol) in twee kleuren.
Opmerking! Afhankelijk van het soort garen en de dikte van de breinaalden kunt u met behulp van het patroon warme mutsen breien voor de winter of de herfst. Vervang de breinaalden door naalden nr. 1-1,5 en het garen door acryl of halfkatoen, en u krijgt een prachtig hoofddeksel voor de zomer.
Algoritme voor het uitvoeren van werkzaamheden:
- Je moet 80 werklussen op de breinaalden zetten.
- De eerste 5-6 rijen worden gebreid met een 1x1 elastisch patroon.
- De werkstof (geteld vanaf rij 1) wordt als volgt gebreid:
- oneven rijen – 1 rechte, 1 averechte steek;
- even - alle lussen zijn gebreid.
- Er worden 7 rijen van de hoofdstof gebreid, vervolgens verandert de kleur, enzovoort iedere 7 rijen.
- Wanneer het hoofdbreiwerk 12 cm lang is, wordt de werkdraad vervangen door dezelfde kleur als het elastiekje en worden er nog een paar rijen gebreid tot de gewenste hoogte.
- Het werk is dubbelgevouwen. Begin in de zijkanten met het verminderen van 1 lus aan elke kant. Dubbele lussen worden gebreid als voorste lussen.
Er zouden 12 lussen op de naalden moeten overblijven.
Er zijn 2 manieren om ze te sluiten:
- Trek alle lussen in één keer strak met draad;
- Verdeel de steken (niet cirkelvormig) over 2 naalden en bind ze in paren af met behulp van de 3e naald of een grote speld.
Het breien van mutsen met oren voor kinderen jonger dan één jaar ziet er mooier uit als u het werk sluit volgens de tweede optie, en volgens de eerste optie is het beter om het product aan te vullen met een ruige pompon of bloem.
Sokken
Naadloze sokken voor pasgeborenen brei je het beste op een set van 5 breinaalden. Om te kunnen werken heb je gereedschap met nummer 3 nodig voor een warm product of 1-1,5 voor het maken van zomersokken. Voor het warme seizoen is het beter om garen van gemiddelde dikte te gebruiken (acryl, wol, halfwol). Voor de zomer kunt u een dunner garen gebruiken (katoen of acryl).
Brei-instructies:
- Zet 28 steken op (voor wintersokken) of 32 (voor zomersokken).
- Nadat u 1 naald volgens het 1x1 patroon (boordsteek) hebt gebreid, verdeelt u de lussen gelijkmatig over 4 breinaalden. De cirkel wordt gesloten door de draad door 1 lus te halen. De extra lus wordt met de laatste lus gebreid. Je kunt er een extra lus aan toevoegen om het te sluiten. Bij het verdelen van de lussen zal dit afnemen.
- Brei een hoog elastiek - 10 naalden (voor een eenvoudige sok) of 20 (met een omslag van het elastiek).
- De volgende 6 naalden worden alleen met de voorste lussen gebreid.
- Naalden 3 en 4 zijn vastgezet. Werk verder op naald 1 en 2. Voor het gemak worden de lussen overgebracht naar 1 naald.
- Brei nog 6 rijen volgens het patroon.
- Het aantal lussen wordt gedeeld door 4/6/4.
- Brei verder met alle werknaalden. De 4 gescheiden lussen worden samen gebreid met de laatste lussen, die zich op de eerder links geplaatste breinaalden bevinden. De 6 middelste lussen worden gebreid als voorste lussen, net als de andere lussen in de cirkel.
- Voeg bij de hoeken van de hiel steken toe aan de 4e breinaald. Elk van hen zou nu 6 lussen moeten hebben.
- Vervolgens wordt de sok gebreid met dezelfde voorste lussen – 10-12 naalden.
- Maak nu elke tweede rij 1 lus minder aan beide kanten van de sok. Er moet één lus op elke naald overblijven. Ze moeten bij elkaar worden gebracht en het werk moet worden afgerond.
- De tweede sok wordt op dezelfde manier gebreid.
Overalls
Voor beginners is het makkelijker om een jumpsuit-envelop met capuchon en mouwen te maken. Je hebt rondbreinaalden nr. 2 nodig. Je kunt elk soort garen gebruiken.
Het werk begint met de kap:
- Zet 62 steken op de breinaalden. Brei een elastiekje (1x1) van 6 cm.
- De hoogte van de capuchon wordt gebreid volgens patroon 2x2 – 12 cm. De eerste randlus wordt verwijderd, de laatste lus wordt altijd averecht gebreid.
- Alle lussen zijn verdeeld in 3 delen: in het centrale deel komen er 20, en in de buitenste delen 21 P.
- Het middenstuk wordt gebreid volgens het patroon, de zijkanten worden gebreid met 1 mindering per naald.
- Voor de zijplanken moeten 18 lussen worden toegevoegd.
- Bij de verbindingen moet je de overtollige lussen verwijderen, zodat er 46 breinaalden overblijven. Breipatroon: 1x1. Het elastiek is aan het halsgedeelte gebreid 4 cm.
- Nu is het nodig om een berekening te maken waarbij rekening wordt gehouden met de raglanlijnen. Er zijn 4 lussen voor hen gereserveerd. Er zijn nog 42 werklussen over. Er zijn 14 lussen voor de achterkant, 7 voor de mouwen en 7 voor de voorkant.
- De stof is gebreid met een 2x2 patroon. Je moet de gereserveerde lussen nauwkeurig tellen. Voor en na de lus van de raglanlijn wordt een omslag gemaakt.
- De volgende naald wordt gebreid volgens het patroon, zonder de draad om te gooien.
- U moet doorgaan totdat u de gewenste mouwmaat heeft bereikt.
- Tijdens het breiproces blijven de voor- en achterpanden op de werkende rondbreinaalden, de mouwdelen worden overgebracht op andere naalden of vastgezet met grote spelden.
- De werkstof van de oksel tot aan het uiteindelijke elastiek wordt zonder wijzigingen gebreid, 90 cm lang.
- Het laatste elastiekje van de hoofdstof wordt gebreid volgens het 1x1 patroon – 4 cm. De laatste rij wordt gesloten met gezichtslussen.
- Elke mouw wordt apart gebreid op rondbreinaalden met een ronde sluiting. Het patroon van de hoofdstof is 2x2, afgewerkt met een ribbelsteek (4 cm) - 1x1.
- Er zitten 2 verborgen sloten in de zijkanten van de overall genaaid.
Jurk
Dingen die je zelf maakt, zelfs volgens het eenvoudigste ontwerp, zien er interessant uit. Voor het breien heeft u rondbreinaalden en rechte breinaalden met nummer 3 nodig, evenals halfkatoenen garen van gemiddelde dikte.
Algoritme voor het uitvoeren van werkzaamheden:
- Zet 91 steken op de breinaalden.
- Brei eerst de halslijn met behulp van het 1x1 patroon – 10 rijen. De lijnen raken elkaar niet.
- Vervolgens wordt de werkstof gebreid in tricotsteek – 10 rijen. Voorkant - voorste lussen.
- Het werk moet in delen worden verdeeld. 1e plank – 23, 2e – 45, 3e – 23 lussen.
- Ga verder met breien door in elke rij op plank 1 en 3 een lus toe te voegen – 10 rijen.
- Je moet het werk in een cirkel verbinden en doorgaan met breien met een meerdering. Er moeten 220 lussen op de naalden staan.
- Brei nog een naald zonder lussen toe te voegen om de eerder toegevoegde lussen vast te zetten.
- Het doek is verdeeld in planken:
- 33 lussen – eerste terug;
- 43 windingen – mouw;
- 69 lussen – voorkant;
- 43 windingen – mouwgedeelte;
- 32 lussen – tweede terug.
- De mouwdelen zitten vast. De voor- en achterkant zijn gebreid, waardoor ze met elkaar verbonden worden. Er staan nog 134 steken op de naalden. Brei 2 naalden zonder wijzigingen.
- Elke 18 lussen, 1 lus toevoegen, die averechts wordt gebreid.
- De volgende naald wordt gebreid zonder toevoegingen, volgens het nieuwe patroon.
- De volgende rij wordt uitgevoerd met toevoegingen op de plaatsen waar het patroon is gebreid.
- De rij blijft ongewijzigd.
- Er moeten 250 lussen op de breinaalden zitten.
- De stof wordt gebreid op de gewenste lengte. Geen toevoegingen.
- De laatste (sluitende) rijen worden afwisselend gebreid: 1 averecht, 1 voorbreien. Slechts 5 rijen.
- Sluit de lussen en zet het uiteinde van de draad vast.
- Tot maat ¾ worden de mouwen zonder toevoegingen gebreid. Het werk wordt op dezelfde manier afgesloten, met 5 afwisselende rijen.
Nuttige informatie! Een trui kan op dezelfde manier gebreid worden als een jurk. Het enige verschil zit in de manier waarop de hals is gebreid (V-vormig of eenvoudig - rond) en in de lengte van de mouwen. De halslijn, de bies en de onderkant van de trui zijn gebreid volgens het elastiekprincipe. En de hoofdstof is gebreid met gezichtslussen.
Broek
Om te kunnen werken moet je het volgende voorbereiden:
- rondbreinaalden nr. 3,5;
- halfwol garen 50/50%;
- elastiek 3 cm breed.
Brei-algoritme:
- Je moet 42 steken op de breinaalden zetten.
- Brei een elastiek van 2x2 – 6 rijen.
- Brei vervolgens 60 naalden in de hoogte, elke 7 naalden. Je moet 2 steken toevoegen: 1 na de randsteek en 2 voor de laatste steek in de rij.
- Knip de draad af zonder de lussen in één been te sluiten, zodat er slechts een uiteinde van 40-50 cm overblijft. Leg de stof apart. Het 2e been wordt op dezelfde manier gebreid.
- Beide stoffen moeten op 1 paar rondbreinaalden worden gelegd.
- Brei één rij in 1 been.
- Nu moet je 10 lussen toevoegen voor het inzetstuk.
- Het 2e been wordt tot het einde van de rij gebreid.
- Er worden opnieuw 10 lussen toegevoegd.
- Nu moet je in het rond breien met gezichtslussen - 2 rijen.
- De volgende naald wordt gebreid met een vermindering in de lussen van het kruisje: 1 aan het begin en 1 aan het einde.
- De rij wordt gebreid zonder wijzigingen.
- Herhaal stap 11. Brei elke oneven naald met een mindering totdat er geen lussen meer in het kruis zitten.
- Herhaal stap 12. Brei nu in even rijen.
- Nu moet je 27 rijen gezichtssteken in het rond breien.
- Je moet het midden van het bovenste stuk van de rug vinden. Hier moet u een markeerring aanbrengen (u kunt een markering aanbrengen met een speld).
- Vanuit deze ring worden 7 voorste lussen gebreid, er wordt garen gehaakt en het werk wordt omgedraaid.
- Nu moet je 14 averechte steken breien, de omslag brei je samen met de eerste steek. Aan het einde van de naald wordt opnieuw een omslag gemaakt.
- Draai het werk nogmaals om en brei 21 LP met een omslag en aan het einde een omslag van de werkdraad.
- Nadat u het werk heeft omgedraaid, moet u 28 lussen breien met averechte steken.
- Als u na elke draai 7 steken toevoegt, worden er in totaal 56 steken gebreid.
- Nu moet je 16 rijen breien, waarbij je niet vergeet de omslag van de vorige rij te verminderen. Het werk is afgerond.
- Het elastiek is vastgenaaid, de pijpen en het kruisje zijn aan elkaar genaaid.
Schuifregelaars
De rompertjes worden op dezelfde manier gebreid als de broekjes. Er zit echter geen elastiek in, maar een trekkoord. Of de voor- en achterpanden worden gebreid met een halslijn en okselgedeelte. Aan de onderkant van de broek worden lussen opgezet en er wordt een sok in de gewenste maat gebreid.
Stapsgewijze beschrijving van het breien van kleding voor kinderen jonger dan één jaar met behulp van een haaknaald
Het is handiger om kinderkleding te breien met een haaknaald, maar je hebt dan ook meer garen nodig.
Hoofdtooi
Om te kunnen werken, moet je garen en een haaknaald voorbereiden. Voor dun katoengaren wordt gereedschapmaat 1,5 gekozen, en voor acryl of ander garen 2 of 2,5.
Brei-algoritme:
- Zet 4 lossen op en sluit deze tot een ring.
- Er worden 8 kolommen gebreid met in elke kolom 1 omslag.
- In elke volgende rij neemt het aantal lussen met 8 toe.
- De maat wordt individueel gekozen. Zodra het product de gewenste breedte heeft, stopt u met toevoegen.
- Brei verder in een cirkel. De gewenste hoogte van de muts wordt gebreid.
- Nu moet je het oogje aan het koord vastmaken. Hiervoor wordt de geschatte grootte van het eerste oor omlijnd en gemarkeerd met markeerstiften.
- In de 1e rij worden alle steken recht gebreid. In elke even rij, aan beide kanten 1 lus minderen. Oneven rijen worden gebreid zonder wijzigingen.
- Aan het einde, als er nog 1 lus over is, is het werk afgerond.
- Het begin en het einde van het tweede oor worden bepaald. Deze is op dezelfde manier gebreid als de eerste.
- De hele muts moet in het rond worden gehaakt met vasten.
- 12 stukken garen, elk 60 cm lang, worden door het scherpe deel van de oren gehaald. Een “vlecht” is geweven. Aan de onderkant zit het vast met een draadje.
De rand van de franje wordt met een schaar bijgeknipt.
Zomer T-shirt
Het product is gebreid van 2 planken die aan elkaar zijn genaaid. Voor het werken heeft u dun katoenen draad en een haaknaald met nummer 0,7-1,0-1,5 nodig.
Algoritme voor het breien van T-shirtonderdelen:
- Rug. Zet 60 luchtlussen op. Hieruit worden 3 rijen kolommen gebreid zonder de werkdraad over te gooien. Haak vervolgens dubbele haaksteken tot de gewenste hoogte voor de plank. De stof wordt gesloten met een rij vasten.
- Voor. Het voorste gedeelte begint op dezelfde manier als het achterste gedeelte. Vanaf de 4e naald brei je een willekeurig patroon met draadjes in een andere kleur.
- Nadat u dezelfde lengte als de rug hebt gebreid, wordt de halslijn gebreid. Hiervoor breit u aan elke kant 9 stokjes van 5-7 cm lang.
De planken zijn aan elkaar genaaid. Er moet openingen voor de armen overblijven. Het mouwgedeelte en de hals worden vastgehaakt met een rij vasten.
Shorts
Voor het werk kunt u dezelfde materialen en gereedschappen gebruiken als voor het maken van een T-shirt.
Stapsgewijze beschrijving van het proces:
- Voor het voorpand worden per been 26 luchtlussen gemaakt.
- Oneven rijen worden gebreid met vasten, en even rijen met omslagsteken. In totaal moeten er 24 rijen zijn.
Nuttig advies! Het is beter om de pijpen te breien met verschillende strengen, totdat de twee stukken één geheel vormen - een plankje.
- Vanaf de 25e rij moet je om de rij een kolom toevoegen aan één kant van elk been. In totaal moet u op elk stuk 4 keer minderen.
- In rij 33 wordt 1 been gebreid met toevoeging van 1 kolom, 2 benen worden gebreid met dezelfde werkdraad.
- Zodra de plank in elkaar zit, worden rij 34 en de daaropvolgende rijen gebreid volgens het patroon, zonder wijzigingen.
- Zodra de gewenste hoogte van de plank bereikt is, sluit je het werk af met een rij vasten.
- Het rugpand is identiek gebreid.
2 delen van het product zijn aan elkaar genaaid. Het koord wordt in de riem gestoken.
Laarsjes
Stapsgewijs brei-algoritme:
- Zet 10 lossen op.
- Brei 3 rijen stokjes. In de eerste en de laatste lus van de rij worden 6/12/18 steken gebreid.
- Er wordt een rij vasten gebreid.
- Er worden 2 rijen omslagen gebreid.
- De teen wordt gebreid vanaf het midden van de ene kant naar het midden van de andere kant. Vernauw het canvas geleidelijk totdat er nog 4 werkkolommen over zijn. Ze worden in 1 lus gebreid.
- Vanuit deze kolom wordt het bootleg in het rond gebreid.
Zodra de gewenste hoogte is bereikt, is het werkstuk gesloten.
Lichaam
Om dit soort kleding te maken, hoeft u alleen maar de breipatronen voor een korte broek en een T-shirt te combineren. De pijpen worden in slechts 2-4 rijen tegelijk gebreid met toevoeging van kolommen in het midden.
Stap voor stap:
- Het voorpand wordt tot aan de halslijn ongewijzigd gebreid.
- Vervolgens wordt de hals gebreid als een T-shirt.
- De schouders worden op de achterkant gebreid.
- Het product is alleen aan de zijkanten tot aan de okselhoogte en tussen de benen genaaid.
- Indien gewenst wordt het werk afgewerkt met een decoratieve rand.
- Ter sluiting zitten er knopen aan de voorkant genaaid.
Sokken
Breipatroon:
- Er wordt een luchtlus gemaakt, waaruit vervolgens 3 hijslussen en 11 stokjes worden gebreid.
- De cirkel is rond.
- Maak 3 hijslussen, 23 kolommen, 2 in elke lus van de vorige rij.
- Er worden nog 5 rijen gebreid zonder wijzigingen.
- Maak in de nieuwe rij 3 hijslussen en 12 vasten.
- Het werk wordt op zijn kop gezet. Herhaal punt 5. Je moet in totaal 5 rijen breien. De draad moet met een knoop worden vastgezet.
- Vervolgens wordt de hiel afgerond. Er wordt gebreid vanaf de 5e kolom, er worden 4 kolommen gemaakt. Vervolgens wordt de draad door 2 kolommen getrokken en worden deze samen gebreid tot het einde.
- Er wordt aan gewerkt. De eerste lus wordt overgeslagen. Brei 4 kolommen en haal de draad nogmaals door de 2 kolommen die aan elkaar zijn gebreid.
- Op deze manier loopt het hielgedeelte van de sok taps toe.
- Brei nu in het rond. 4 stokjes op de hiel, 6 aan de zijkant, de volgende 3 lussen vastzetten in 1 stokje. Maak dan 10 kolommen, 3 lussen aan elkaar, 6 zijkolommen. De cirkel is rond.
- Er worden 28 steken gebreid zonder wijzigingen – 2 cirkels.
- Het 1x1 elastiek wordt gebreid met dezelfde steken, waarbij de haaknaald afwisselend achter de voor- en achterkant van de lussen wordt gestoken. Je moet dus 3 rijen breien. Het werk gaat sluiten.
- De tweede sok wordt op dezelfde manier gebreid.
Breien is een interessant proces. Zelfs een effen kledingstuk, gehaakt of gebreid volgens een eenvoudig patroon, ziet er altijd geweldig uit tegen de achtergrond van soortgelijke outfits voor kinderen jonger dan een jaar, gekocht in een winkel.
Video over breien
Breien voor kinderen jonger dan één jaar - overalls: