De Elfentoren, zoals het 300 meter hoge bouwwerk van Eiffel door kinderen vaak wordt genoemd, is een begrip onder de kunstobjecten in de schilderkunst. Vrijwel iedere jonge kunstenaar heeft een tekening waarop dit architectonische monument is afgebeeld.
Vanuit perspectiefperspectief is het Franse stadsgezicht in projectie interessant, omdat de toren vanuit verschillende hoeken kan worden afgebeeld. En ze zal altijd mooi zijn. Een herkenbaar fragment van de basis van de Eiffeltoren is te zien schilder op een klein doek en teken alle details. Toch moeten kinderen leren om de integriteit van decoratie in dichtbebouwde steden te tonen.
Wat heb je nodig om te tekenen
De Elfentoren (getekend met potlood en lijntechnieken) is een centraal element in de moderne schilderkunst en kan met verschillende soorten potloden worden getekend. Daarom moet u papier kiezen waarmee u een mooie en nette tekening kunt maken.
Voor kinderen is het werken met de volgende materialen het prettigst:
- eenvoudige en grafiet kunstpotloden;
- gekleurde zachte potloden;
- pastelpotlood;
- het papier is glad;
- Aquarelpapier.
Afhankelijk van de gekozen tekenmethode en -techniek moet u de juiste hulpmiddelen selecteren. Kantoorpapier is geschikt om met eenvoudige potloden, soms ook met gekleurde potloden, te tekenen. Het resulteert in een helder en expressief ontwerp. Indien gewenst, kan het vervangen worden door schrijfpapier. G
Grafietpotloden liggen op glad, dik papier. Het is ook geschikt voor schaduwen en tekeningen, precieze en duidelijke lijnen. Voor het tekenen heb je ook een gum nodig, dus de canvasdichtheid moet 90-110 g/m2 zijn2.
Teken- en grafisch papier is geschikt voor pastel- en houtskoolpotloden. Het bevat katoen en cellulose en dankzij de korrelige textuur kunt u diepe lijnen creëren. De dichtheid is hoger, tot wel 250 g/m2. Hiervoor heb je een siliconen gum nodig. Voor kleurpotloden van elke hardheid is het raadzaam om papier te kiezen met een dichtheid van 120-140 g/m2 voor het schaduwen en mengen van kleuren.
Masterclasses
Hieronder vindt u masterclasses over het tekenen van de Eiffeltoren met behulp van verschillende technieken. Hiervoor heb je potloden van verschillende hardheid nodig. Deze eigenschap geldt vooral voor gekleurde en grafietcreatieve gereedschappen. Tevens wordt beschreven welke materialen voor een specifieke masterclass geselecteerd dienen te worden.
Met zachte kleurpotloden
De mooiste en helderste tekeningen die kinderen maken, zijn gemaakt met kleurpotloden. Daarom beschrijven we in dit hoofdstuk een masterclass over het gebruik van artistieke kleurpotloden. Tekensets zijn alleen geschikt als het kind thuis voor zijn/haar plezier tekent.
Degenen met goede vaardigheden en een zelfverzekerde hand kiezen potloden en onderscheiden ze op basis van hun hardheid:
| 2H, 3H, 4H | Dunne potloden voor het maken van schaduwen. |
| H (nr. 4), F (nr. 3) | Met dit soort potloden worden tussenliggende lijnen gemaakt; De mate van druk kan aangepast worden. |
| B (nr. 1) | Universeel potlood voor het tekenen van contouren en eenvoudige schetsen. |
| HB (nr. 2) | De stift is dikker en dichter en daardoor geschikt voor het kleuren van kleine gedeeltes van de tekening. |
| 2B, 3B | Dikke potloden; geschikt voor het tekenen van dikke contouren. |
| 4B | Het heeft een rijkere en dichtere textuur. |
| 5B, 6B | De dichtste vullingen, die geschikt zijn voor het arceren en het tekenen van dikke lijnen op grote oppervlakken van de tekening. |
"H" staat voor de hardheid en "B" voor de zachtheid van het lood. Soms worden de waarden gemarkeerd met de letters "T" en "M". De hardste potloden in dit formaat zijn die met een T9-classificatie in plaats van H9.
De Elfentoren is een tekening die door een kleuter of basisschoolleerling gemaakt kan worden. Voor eenvoudige opdrachten hebt u potloden met het juiste etiket nodig. U kunt bijvoorbeeld een vel kantoorpapier als ondergrond gebruiken. Potloden kunnen het oppervlak echter glanzender maken.
In dit verband is het aan te raden om dikke vellen aan te schaffen, evenals een gum om gekleurde lood te wissen.
Fasen van het werk:
- Het vel papier moet verticaal worden gelegd.
- Teken met een zwart of grijs potlood een rechthoek van 13*3 cm, 1-2 cm onder de middellijn.
- Teken nog eens 4 cm terug vanaf de getekende rechthoek en teken een tweede rechthoek van 17*4 cm.
- Ga vanuit het centrale figuur 10 cm naar boven en teken een derde rechthoek van 5*2 cm.
- De middelste en onderste rechthoeken moeten met elkaar worden verbonden. Teken aan elke kant 2 diagonale lijnen, van de onderkant van de middelste rechthoek naar de bovenkant van de onderste rechthoek.
- Teken vanuit de onderste figuur dezelfde lijnen en voeg bases toe in de vorm van horizontale lijnen om een gesloten vierhoekige figuur te verkrijgen.
- Teken vanuit de bovenste afbeelding twee lijnen die naar beneden lopen, maar steeds breder worden naar de bovenste hoeken van de middelste rechthoek toe.
- Vanuit het midden van de onderste rand van de kleine rechthoek moet je een rechte lijn tekenen, die zich splitst op de plaats waar de zijlijnen uitlopen. Het resultaat zijn twee gebogen structuren die de top van de toren ondersteunen.
- Boven de bovenste rechthoek moet je een kleine koepel tekenen en in het midden daarboven een verticale lijn.
- Alle rechthoeken moeten worden gearceerd met verticale lijnen.
- Op de onderste zijsteunen tekent u vierkanten en kleurt u deze op dezelfde manier in.
- Plaats een boog in de vorm van een regenboog onder de onderste rechthoek en teken daarboven twee gekruiste lijnen, die van de hoeken van de rechthoek naar de onderste hoeken die door de boog worden gevormd, gaan.
- De zijsteunen moeten over de gehele hoogte van de toren worden opgevuld met een patroon in de vorm van gekruiste lijnen die van de bovenste naar de onderste hoeken lopen.
- De grootste verticale steunen tussen de bovenste en middelste rechthoeken moeten met hetzelfde patroon worden gevuld.
- Alle lijnen die hieruit ontstaan, moeten worden omlijnd met een zwart potlood en de lege plekken moeten worden opgevuld met een grasgroene kleur.
- De horizontale rechthoekige dwarsbalken kunnen grijs worden geverfd om een contrast te creëren met het groen.
- De toren heeft een achtergrond nodig, dus teken wolken met een blauw potlood.
- Op het niveau van de regenboogvormige boog moet je visueel een lijn tekenen: dit is de horizon, die zich onder de middellijn bevindt.
- Hier kunt u velden en struiken in donkergroen tekenen, schematisch in de vorm van krullen en verticale schuine lijnen.
- Er komt een steegje op de voorgrond, dus teken je vanaf de onderkant van het vel papier de zijden van de driehoek (zonder de lijnen met elkaar te verbinden).
- Indien gewenst, kunt u tegels in het steegje maken. Laat ze rood zijn en vul de gaten op met een geel potlood. Op deze manier lijkt het steegje op steen.
De tekening die je hierna maakt, kun je inlijsten en gebruiken ter decoratie van de kinderkamer. Voor expressievere penseelstreken kunt u een gedetailleerde tekening van het ornament op de toren toevoegen. Gebruik hiervoor een dun 2H-potlood onder een liniaal. U kunt ook met de hand patronen op de steunen tekenen en de uitsparingen donkerder maken met een 3H-potlood.
Contouren tekenen met eenvoudige potloden
De Elfentoren (getekend met behulp van de contourtechniek en eenvoudige leistenen met verschillende zachtheden) is voor kunstenaars interessant vanwege de kleine details en de mogelijkheid om de verwevenheid van alle balken, steunen en dwarsbalken te tekenen.
Opvallend is dat lood bestaat uit grafiet en klei, wat zorgt voor een dichtere en hardere samenstelling. In tegenstelling tot grafietpotloden breken loodverbindingen niet zo snel; Ze kunnen worden verwisseld met een mechanisch potlood, waarbij ook de gewenste maat kan worden geselecteerd op basis van de dikte.
Het stedelijk landschap combineert de eigenschappen van het tegelijkertijd gebruiken van verschillende genres. De Eiffeltoren kan bijvoorbeeld schematisch worden getekend, zoals in een schets, en de achtergrond kan worden vervaagd met behulp van schaduw- en gradiënttechnieken.
De omtrektekening wordt doorgaans met de hand gemaakt op een witte of effen achtergrond, waarbij de toren als architectonisch middelpunt in het landschap fungeert.
Fasen van het werk:
- Op papier met een dichtheid tot 160 g/m2 Teken de vorm van de toren met een eenvoudig potlood. Deze stappen kunnen worden overgenomen uit de vorige masterclass.
- De toren moet aan de linkerkant van de tekening worden geplaatst. Aan de rechterkant bevinden zich een steeg en een trap die naar de rivier leiden.
- Het onderste gedeelte van de toren wordt overdekt door een brug. Daarom is het niet nodig om het onderste gedeelte gedetailleerd te tekenen.
- Zodra het beelddiagram klaar is, kunt u doorgaan met de details. Alle lijnen moeten met een eenvoudig potlood worden getekend; Indien er sprake is van volume, moeten de dwarsbalken, balken en verticale steunen worden afgetekend met een potlood nr. 3 (F).
- U moet 0,5 cm afstand nemen van de horizontale lijnen en dubbele lijnen tekenen om volume en perspectief weer te geven.
- De architectuur van het stadsbeeld neemt altijd het grootste deel van de ruimte op het blad in beslag. Daarom moeten regenboogvormige bogen dubbel gemaakt worden. De resulterende vlakken kunnen worden geschaduwd, waardoor ze in de schaduw komen te staan.
- De verticale lijnen moeten aan de rechterkant worden gedupliceerd, behalve de lijnen links van het midden van de Eiffeltoren. Het volume is vanaf die kant niet zichtbaar, dus hoeft het alleen aan de rechterkant te worden toegevoegd.
- Tussen de onderste en middelste rechthoeken bevinden zich steunen. De linkerlijn is vanuit een hoek zichtbaar, dus de dubbele lijn aan de rechterkant zou dit moeten laten zien.
- De ontstane holte kan worden gearceerd met een 2H-potlood, zodat de lijnen licht en niet te dik zijn.
- De centrale dwarsbalk heeft ook aan de onderkant volume. Deze moet je op dezelfde manier markeren als de onderste. Door bovendien een dubbele horizontale lijn aan de onderkant van de middelste rechthoek te tekenen, kan het resulterende vlak zonder schaduw worden gelaten. Als je er van onderaf naar kijkt, is het duidelijk dat er licht binnenkomt.
- Vervolgens moeten alle ongeschilderde delen gedetailleerd worden en worden opgevuld met ‘kruisjes’, zodat de gekruiste lijnen metalen balken en steunen imiteren. In werkelijkheid lijkt de toren op een gebied met in elkaar verstrengelde stapels metalen platen.
- Rechts van de toren bevindt zich een park en een trap. Het is noodzakelijk om de omtrek van de bomen schematisch te tekenen, horizontale lijnen om de trap te imiteren.
- Links, bijna onder de afbeelding van de toren (linker steunpilaar), is een brug te zien. Je kunt een diagonale lijn trekken van de basis van de toren naar de linkerrand van het blad.
- Teken onder de diagonaal schematisch bogen die de vaarwegen voor schepen simuleren.
De voltooide tekening kan worden uitgewerkt met schaduw, op de plekken waar schaduw is. Donkere gedeeltes kunt u bewerken met een 2B-potlood, en lichtere gedeeltes met een HB-potlood. Ook de richting van de lijnen in perspectief moet in acht worden genomen. Als ze diagonaal zijn, moeten ze van de rand van het vel naar het midden bewegen.
Kunstschets met pastelpotloden
De elfentoren die je met pastelpotloden tekent, zal er iets anders uitzien dan de toren die je met droge pastels tekent. De potloden zijn zacht, hebben verschillende tinten en zien er op papier helder uit, net als echte verf. Het voornaamste verschil is de lijndikte: deze is altijd dikker dan bij gewone tekensets.
Fasen van het werk:
- Eerst moet je een compositie maken voor het werken met pastelpotloden. De toren bevindt zich in het midden van de tekening, maar aan de rechterkant is hij gedeeltelijk bedekt door het gebladerte van de boom. Dit landschap is geschikt voor pastel- en felle kleuren.
- In het midden van het vel (u kunt hiervoor een aquarelvel gebruiken om de tekening textuur te geven) tekent u twee lijnen die naar boven toe taps toelopen, maar elkaar op één punt niet snijden.
- Nadat u zich 1 cm van hen hebt teruggetrokken, moet u de vorige stap herhalen. De volumetrische steunen zijn reeds in de tekening aanwezig.
- Vervolgens moet u het volume van de toren opgeven. Links van de uiterste lijn moet je er nog één tekenen; Hierdoor kan de zijkant van het zichtbare deel van de toren worden gevormd.
- Er moeten parallelle lijnen worden getekend op de centrale zijde van de toren. Tussen de twee uiterste lijnen aan de linkerkant moet je diagonalen tekenen om visueel volume te creëren.
- Alle horizontale lijnen moeten worden gedupliceerd en ingevuld met een pastelbeige potlood.
- De verticale steunen van de toren krijgen een oranje tint.
- Het onderste deel van de zijsteunen moet worden afgewerkt met een bruin potlood.
- Over de gekleurde laag kunt u met een pastelwit potlood patronen aanbrengen om de diepte en dikte van de torenmuren te laten zien.
- In de ruimte tussen de voorste en achterste steunen moet u lijnen tekenen met zwart pastel, die het volume van de constructie weergeven.
- Bogen moeten in lichte tinten getekend worden, omdat ze het dichtst bij de kunstenaar staan.
- Voor kinderen is het gemakkelijker om met meerdere kleuren te werken, dus de meest neutrale grijstint pastel kan worden gebruikt om op het plafond van de boog te werken, dat niet verlicht is en waar praktisch geen daglicht komt.
- Rechts kun je een boom en gebladerte tekenen door willekeurig penseelstreken te verdelen – van lichtgeel bovenaan tot donkerrood onderaan.
- Je kunt ook minder groene strepen toevoegen, zodat de boom nog feller lijkt. Laat het een herfstaccent zijn.
- De lucht moet blauw geverfd worden en de witte gedeeltes moeten met pastel geschilderd worden.
- Aan de linkerkant moet je een lantaarn tekenen. Trek een verticale lijn met zwart pastel en teken er een halve cirkel bovenop.
- Boven de halve cirkel kunnen drie ovalen geplaatst worden. Het ontwerp moet aan de onderkant van elk figuur zwart zijn en aan de bovenkant grijs. Zo wordt elk ovaal van onderen donker, alsof het van bovenaf door de zon wordt belicht.
- Het glas van de lantaarn kan worden beschilderd met blauwe strepen en oranjeblauwe tinten.
Pastelpotloodtekeningen kunnen worden bedekt met PVA-lijm om ze te laten glanzen. De glanzende strepen glinsteren prachtig als het licht erop valt.
In perspectief met een grafietpotlood
Grafietpotloden worden beschouwd als een soort koolstof, wat oorspronkelijk koolstofpasta is. Wanneer het stolt, ontstaat er een harde, dichte staaf. Het mineraal heeft een natuurlijke zachtheid, waardoor grafietpotloden, in tegenstelling tot leipotloden (grafiet gemengd met klei), beter geschikt zijn om op dik papier te tekenen.
De Elfentoren (een tekening met grafietpotlood die lijkt op een houtskoolschets) die met deze techniek wordt getekend, zal minder gedetailleerd lijken. Omdat de grafietstaaf zacht is, zal deze dikker zijn dan een gewoon potlood.
Daarom worden de lijnen in de tekening groot, zonder de subtiliteit die inherent is aan de potloodstift. Ter referentie is hieronder een tabel met markeringen opgenomen:
| Tinten | Markeren in de wereld | Markering in de Russische Federatie | Etikettering in de VS |
| Zwart | IN | M | Nr. 1 |
| Zwart 90% | NV | TM | Nr. 2 |
| Zwart 70% | F | - | Nr. 2,5 |
| Zwartgrijs 50% | H | T | Nr. 3 |
| Grijs 70% | 2H | 2T | Nr. 4 |
Hoewel het menselijk oog meer dan 150 grijstinten kan onderscheiden, zijn de primaire kleuren grafiet geschikt voor schilderkunst, aangezien de aanwezigheid van zwart in de compositie met 20-30% afneemt.
Voor de volgende masterclass zijn de basisgrafietpotloden met gemiddelde hardheid geschikt: B, F, H en 2H. Grafiet met gradatie 4B en hoger wordt beschouwd als een kunstenaarspotlood. Markeringen van 3H en hoger zijn technische potloden en zijn duurder.
Fasen van het tekenen:
- Eerst moet je een schets maken. Dit kun je eenvoudig doen met een dik HB-potlood door verticale, steeds breder wordende lijnen te tekenen vanuit het midden van de tekening naar de basis.
- Vervolgens moet u op de plaatsen waar de zijsteunen het meest uitzetten, horizontale lijnen tekenen die gelijkmatig van elkaar af liggen. Twee dubbele lijnen vormen 'dwarsbalken' die met penseelstreken kunnen worden versierd. Hiervoor kun je potlood F gebruiken.
- De naar boven toe taps toelopende zijsteunen dienen te worden voorzien van evenwijdige horizontale en loodrechte lijnen, zodat er veel vierkanten ontstaan. Hiervoor heb je een potlood H nodig.
- Teken met een 2H-potlood gekruiste lijnen in elk vierkant. Op deze manier kun je de vele metalen staven in de toren nabootsen.
- De twee middelste horizontale lijnen moeten worden gearceerd met verticale lijnen, zodat ze beter opvallen in het algehele ontwerp.
- De koepel moet worden geaccentueerd: teken een cirkel en maak de bovenste en onderste delen scherper. Er zal aan één kant een schaduw ontstaan, dus een deel van de figuur moet worden overschilderd met zwarte HB-grafiet.
- Met potlood B kun je de puntjes op de i zetten: trek grote verticale lijnen aan één kant om de tekening dynamischer te maken. Het donkerste grafiet levert de dikste lijn op.
Deze snelle schets maak je met grafietpotloden.
De Elfentoren wordt als basis voor een tekening in kinderkunst met potloodtechniek beschouwd als de eenvoudigste. Door te schetsen, kunnen kinderen begrijpen hoe geometrische vormen er in het geheel uitzien. In de schilderkunst zijn de ideeën van perspectief duidelijk zichtbaar in de lijnen en diagonalen, en door de kleurschakeringen van de potloden kun je de schaduwen en het spel van het licht waarnemen.
Video over tekenen